Gebruikte technieken
Er zijn verschillende massagetechnieken. Uiteraard horen er een aantal specifieke technieken bij de Zweedse massage, namelijk:
- Effleurage: Op deze manier begint de massage, strijkende bewegingen over de huid met weinig of lichte druk. Dit wordt gedaan met behulp van massageolie. Er worden hierbij korte en lange strijkende bewegingen gemaakt. De stevigere bewegingen gaan in de richting van het hart, met de bloedstroom mee. Deze heen-en-weer bewegingen worden enkele keren herhaald om het lichaamsdeel op te warmen, de huid in te oliën en om de klant al te helpen ontspannen.
- Petrissage: Bij deze techniek kneed je de spieren. Hierbij is het de bedoeling om de spieren soepeler te maken en verkleving met van de huid met de spieren los te maken. Het kneden stimuleert ook het afvoeren van afvalstoffen.
- Fricties: Bij deze techniek maak je cirkelvormige, druk- of wrijfbewegingen. Hierdoor beweegt de huid ten opzichte van de sierlaag eronder, waardoor dieptewerking tot in de onderliggende weefsel mogelijk is. Fricties worden altijd met de gehele hand gedaan ofwel met één of beide duimtoppen. Soms wordt dit ook met de knokkels gedaan om meer druk te kunnen geven.
- Tapotage: Hierbij worden snelle ritmische slagen met de muis, pink zijde of rug van de handen, bolle handen of gesloten vuisten gemaakt. Afwisselend met beide handen wordt dit toegepast. Het stimuleert het behandelde gebied, het activeert de huid en verbetert de bloedsomloop.
- Vibratie: Bij deze laatste techniek wordt gebruik gemaakt van snelle bewegingen of trillingen met de blakke hand of de vingertoppen. Deze beweging kan plaatselijk worden toegediend of aan een compleet lichaamsdeel door bijvoorbeeld een voet vast te pakken en te schudden, waardoor het hele been mee vibreert tot en met de heup.